De hemelboom leeft eigenlijk onder een valse naam. De naam hemelboom behoort van oorsprong toe aan een boom die in Indonesië voorkomt, en waarvan de takken tot in het paradijs reiken. De hemelboom is afkomstig uit China. We zien hem veel in parken en plantsoenen. Het is dus een vrij algemeen voorkomende boom. Bij een warm klimaat vermeerdert de hemelboom zich snel dank zij de overvloedige uitlopers die hij produceert. Sommige spruiten zelfs op afstanden van 20 tot 30 meter en meer van de moederstam. De boom is bestand tegen vrijwel alle ziekten en plagen en verdraagt uitlaatgassen en ander vuil beter dan menig andere boom. Ook in de steden wordt hij aangeplant en hij betekent voor veel stadsmensen een welkom stukje groen. In 15 tot 20 jaar is de hemelboom volwassen. Hij wordt echter niet oud. Hij loopt kans om tijdens een storm te sneuvelen tegen dat hij 25 tot 30 jaar oud is. In de herfst krijgen de bladeren van de hemelboom soms een prachtige roodachtige gouden kleur. Vrouwelijke hemelbomen hebben een tere gele bloesem. Deze bloesem mist de geur waar mannelijke bloemen juist zo onaangenaam ruiken. Als hij aangeplant is in tuinen, moet men de hinderlijke ondergrondse uitlopers verwijderen zodra ze te voorschijn komen. Het hout van de stam van de hemelboom is witachtig van kleur.