Liefhebbers van oude Hollywoodfilms kennen de moerascypres wel van zijn natuurlijke groeiplaatsen, de moerasgebieden in het zuid-oosten van de Verenigde Staten. Ze herinneren zich waarschijnlijk de omgevallen boomstammen getooid met overvloedig mos en de uit de modder opschietende wortels. De moerascypres heet eigenlijk Taxodium distichum. Zijn thuisland is zojuist genoemd. De boom is een overblijfsel uit de periode, miljoenen jaren geleden, toen er nog geen echte loofdragende bomen waren. Langs de 2000 kilometer lange Missisippi zijn nog uitgestrekte moerassen, en daar hoort de moeras cypres thuis. Hij is er helemaal op gebouwd om de talloze overstromingen, die vaak gepaard gaan met hoge waterstroomsnelheden, te kunnen weerstaan met behulp van de zogenaamde kniewortels. Deze soms metershoge bulten die als hamertenen rond de boom omhoogkomen, verankeren deze onwrikbaar in de bodem. Tevens dienen deze merkwaardige wortels voor de zuurstoftoevoer. Deze truc toont de boom alleen in moerasgebieden. De Indianen verwijderden de holle wortels en maakten daarvan bijenkorven. Nog een merkwaardigheid van deze boom in moerasgebieden is de enorme hoeveelheid mos die op de takken groeit. De takken worden daardoor zo zwaar belast dat ze zouden afbreken als er geen maatregelen werden genomen. De boom neemt die maatregelen zelf door de vorming van zogenaamde planktakken, die smal en sterk zijn en waar veel minder mos op groeien kan. Helaas zijn vele moerascypressen aan de houthonger ten offer gevallen want het hout van deze bomen heeft vele toepassingsmogelijkheden. Het hout van de moerascypres heeft een heerlijke geur. In de herfst laat de boom zijn blaadjes in de vorm van sparrennaalden vallen, om in de lente weer geheel opnieuw uit te lopen.