De Anna Pauwlowna boom is inheems in China en heet daar kiri. In de zeventiende eeuw is hij ontdekt door een Duitse botanicus. In onze streken ziet men slechts zelden oude exemplaren van deze boom. Dat komt omdat deze boom niet winterhard is. Ook de knoppen, die al in de herfst gevormd worden, zijn erg gevoelig voor late nachtvorsten. Hij is wel een van de mooiste sierbomen in onze parken. Doordat jonge exemplaren vaak sterk teruggesnoeid worden, ontstaan bladeren die groter dan vijftig centimeter in doorsnee meten. De boom ontleent zijn naam aan Anna Pauwlowna, de dochter van tsaar Paul I van Rusland. Zij was gemalin van Willem II, koning van Nederland. In China schreef men deze boom eeuwen lang magische krachten toe. Die krachten zorgden dat men zijn schoonheid en gezondheid behield. In een Chinees manuscript staat beschreven hoe een zorgvuldig bereid aftreksel van zijn bladeren en vruchten voorkomt dat de huid gaat rimpelen en het haar grijs wordt.